Een nat pak

zwemles

Iedere vrijdag is het hetzelfde liedje

|Mier| Ieder vrijdag mag Jul naar zwemles, iets waar hij iedere keer weer als een berg tegenop ziet. Ik kan daarom ook beter “moet”, in plaats van “mag”  zeggen. Vrij zwemmen is geen probleem, daar kun je hem s’nachts voor wakker maken.

Op donderdag begint het “morgen moet ik zwemmen he?”. Met een grote glimlach vraagt hij of hij morgen weer mag gaan zwemmen, op dat moment denk ik nog dat alles koek en ei is.

In september is Jul aan zijn binnenoor geopereerd, daar hebben ze een titanium onderdeel ingezet. Door deze operatie heeft hij sinds die tijd niet meer gezwommen. Ondertussen heeft hij weer groen licht gekregen van de KNO-arts en mag hij weer aan de slag.

Vrijdagochtend gaat het weer “vandaag ga ik weer zwemmen he?” en weer gaat deze vraag gepaard met een grote glimlach. “Ja jongen, leuk he. Weer lekker samen met juf zwemmen”. Terwijl ik het woord “lekker” in de mond neem, ben ik stiekem alweer bang voor welk drama zich straks waarschijnlijk weer gaat voltrekken. Maar mijn angst voor dit debakel laat ik niet merken, ik ben op dat moment zijn enige houvast.

Terwijl ik mij al aan het opladen ben voor een heel relaas aan nieuwe zinnen en woorden, waarin ik Jul weer de hemel in prijs. Hem het vertrouwen geef dat hij het echt wel kan en echt niet gaat verdrinken, hoor ik zachtjes in de hoek een klein jongetje staan die zielig staat te snikken. Maar hij is stoer en wil niks laten merken, pakt zijn Lego en speelt weer verder met natte oogjes. “Hoe lang heb ik nog, tot de zwemles?” Als ik hem erop attendeer dat hij nog een halfuurtje kan spelen en dan moet gaan opruimen begint het treuzelen, gelukkig heb ik het treuzelen ingecalculeerd.

“Dan moeten we maar naar de huisarts!”

Na allemaal smoesjes en nog meer getreuzel, is dan eindelijk de Lego opgeruimd en ondertussen heb ik zijn zwemtas al klaar staan. Jul gaat voor de zoveelste keer weer plassen en probeert er nog één keer onderuit te komen. “Ik kan echt niet zwemmen hoor, ik heb de aller ergste buikpijn ooit”, terwijl hij dit zegt duikt hij in elkaar en grijpt naar zijn buik.  “Dat is niet zo best, buikpijn”. Heel even denkt hij dat hij er mee weg gaat komen en de tranen maken plaats voor een kleine glimlach. “Kom we gaan naar de huisarts!”, ik heb nog nooit iemand zo snel zien genezen.

Daar waren ze al, de buikpijn maakt plaat voor dikke tranen van verdriet. Ik sla mijn arm om hem heen en begin aan mijn arsenaal van troostende en aanmoedigende woorden.

Kom jongen, we moeten nu echt gaan!

De jas gaat langzaam aan, heel even kijken grote ogen vol wanhoop mij nog aan. De volgende vijf minuten in de auto hebben wij het over het belang van zwemmen, iets wat hij heel goed begrijpt. Om de één of andere manier is hij zo bang om te verdrinken en dat niemand hem dan op de bodem vindt. Misschien komt deze angst voort uit een gebeurtenis uit een vorig leven. Ik vertel hem dat ik boven op de tribune ga zitten en hem de hele tijd goed in de gaten zal houden, totdat papa mij komt aflossen. “Nee jongen, ik laat je geen seconde alleen”

Éénmaal in de zwembroek lopen wij richting de douches, hand in hand. Zelden heb ik zo’n stevige hand vast gehad. we knuffelen nog even en ik breng hem bij juf. Daar komen de tranen weer, maar ik schenk er nu geen aandacht meer aan. Dan maak ik het alleen maar erger. Ik draai mij om en zoals beloofd, loop ik naar boven en neem plaats op de tribune. Vol goede moed gaat hij van start, terwijl ik naar hem zwaai en mijn twee duimen ophoog hou en hem van afstand aanmoedig.

Na een halfuurtje is er de wisseling van de wacht en komt Gerrit mij aflossen. Nu snel naar huis om een lekker maaltje klaar te maken, voor iedereen. Van al dat zwemmen krijg je natuurlijk veel honger, tenslotte is het ook al kwart over zes als ze thuis komen.

Een weekje pauze

Bij thuiskomst wordt de zwemtas in de hoek gesmeten en komt Jul binnengerend, voor ik het weet hangt hij aan mijn benen. “Bedankt Almira, dat jij mij altijd helpt”. Ook al is het niet mijn bloed eigen zoon, bij dit soort woorden smelt iedereen. We bespreken de zwemles en alles was goed gegaan.

Gelukkig hebben we na morgen weer een weekje pauze van de zwemles en heb ik nog een week om nieuwe aanmoedigende woorden en zinnen te verzinnen.

1723070358284215130816

Misschien vind je dit ook leuk?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *